“Ja in het begin kijk je toch steeds eh heb je toch steeds zo van nou dat is een plek die niet gevuld is he, daar zit een groot litteken, en, en, dat is vreemd. En die andere kant heb je een borst, daar heb je niks dat ziet toch heel gek uit. En als ik nu kijk, ja dan zie ik gewoon een lijf. (…). Ik zie niet meer, ik zie niet meer specifiek dat die borst er niet is. Je ziet het wel, maar zo ben je er niet meer, zo ben ik er niet meer echt mee bezig. Op die manier. En daar ben ik wel blij om, dat ik dat zo heb. Want ik heb pas nog een verhaaltje gelezen van een mevrouw die na bijna een jaar nog altijd niet durft te kijken naar eh, naar haar geamputeerde borst. Ik zou dat heel erg vinden voor mij zelf als ik dat had. Want dat lijkt me heel moeilijk” (5 maanden na operatie).

 

Bij Ann is één borst geamputeerd. Voor de operatie had zij al besloten dat zij geen borstreconstructie wilde. Zij is twee keer geïnterviewd voor onze studie over omgaan met littekens na een borstoperatie.

 

Picture: Anthony Gerace